De ongeloovigen onder hen, aan wie de schriften werden gegeven en onder de afgodendienaars wankelden niet, dan nadat het duidelijke teeken tot hen was gekomen;
En in de schriften werd hun niets anders bevolen dan God te aanbidden, Hem den zuiveren godsdienst te wijden en vroom te zijn, en standvastig in het gebed te wezen en aalmoezen te geven; en dit is de ware godsdienst.
Waarlijk, zij die niet gelooven, onder hen die de schriften hebben ontvangen en onder de afgodendienaars, zullen in het vuur der hel geworpen worden, om daarin voor eeuwig te verblijven. Deze zijn de slechtste van alle schepselen,
Hunne belooning met hunnen Heer bestaat in tuinen van eeuwig verblijf met rivieren doorsneden. Eeuwig zullen zij daarin verblijven. God zal voldaan over hen wezen, en zij zullen voldaan zijn over Hem. Dit is gereed gemaakt voor hem, die zijn Heer vreest.